oonderdundiek


Ik ben "oonderdundiek" geboren.
Niet heus, want op ons dorp betekende oonderdundiek dat je onder aan de dijk woonde. Maar je mag rustig zeggen dat mijn ouderlijk huis oonderdundiek stond, in die zin dat de dakgoot lager was dan de drempel waarover je heen moest om het haventje van ons dorp te bereiken.
Daar stonden bij de ramp van '53 de vloedplanken. En als die weggeslagen zouden zijn geweest ... en door een Godswonder is dat niet gebeurd ... wel, kleine kans dat Leentje ooit Leonardo zou zijn geworden.

Ik heb nu mijn eigen dijk!



Zo ziet "mijn dijk" er uit als ie net gemaaid is.
Moet ik zelf doen, er zijn geen koeien voorhanden die de dijk kaal grazen. En de schapen van mijn buurman Vittorio keutelen mij te veel.



Dat zie ik als ik van beneden omhoog kijk.



Deze bosjes zou je als het muurtje kunnen beschouwen. Zoals de muurtjes die boven aan de dijken die mijn dorp beschermden stonden. Moeten er voor zorgen dat je niet van de dijk "naar beneden valt".
Niet zo denkbeeldig. Ik heb als jongen gezien hoe een klein kind van de dijk af rolde. Leuk spelletje, totdat zijn hoofdje op de weg onder aan de dijk stootte en het kind met een hersenschudding naar huis moest worden gebracht.
En onze kleine Maarten rende een keer achter zijn bal naar de rand en tuimelde zo tussen de bosjes.



Wonen opdundiek heeft zo zijn charme.

De vergelijking gaat niet zo mank als U misschien denkt. Ik doel nu niet op het water dat in de verte zichtbaar is, Lago di Chiusi.
Nee, de boeren ploegen hier met hele grote scharen. Als ik na het ploegen 's avonds in het donker langs het landweggetje voor ons huis loop, is het net alsof woeste golven mij willen bespringen. Ik mag mij dan onder aan de dijk, aan de zeekant, wanen, tijdens een zware westerstorm.