DIE HIMMEL RÜHMEN DES EWIGEN EHRE


WIE
is het die hier de lof zingt: de dienaar van de koning?

De laatste psalm zet de toon. Volgens scholars een waardig slot van het Boek der Psalmen: het loven, dat toch de bedoeling van psalmzingen is, bereikt hier zijn climax.

Ik haal Bart Ehrman er maar bij. 't Is wel een footnote, maar beter dat het hele volk het zegt dan dat één buitenstaander kritisch is. En wat hij zegt sluit naadloos aan bij datgene waar ik aan denk als ik die dichters voor hun tent zie zitten:

»
In a world that is helpless against the elements, the gods play a major role. They supply rain for the crops, fertility for the animals, children for the family. They bring victory in war and prosperity in peace. They heal the sick and comfort the downtrodden. They provide security and hope and love.
«

Wel, dat laatste, daarvan ben ik niet helemaal overtuigd, maar het is een denkbare gedachte.

Maar wie zingt hier de lof?
De laatste psalm is heel doelgericht: alles wat zich in den Hoge afspeelt. En zoals we weten, de oorlog mag dan gewonnen worden, maar je kan beter niet in de buurt zijn als de geschiedenis langskomt.
En het gaat niet over een weldadig zonnetje, als het uitspansel geroemd word: nee, de bliksem die op zulke ongelegen momenten inslaat, de aarde die beeft, zwavel en vuur dat neerdaalt zijn aan de orde als we spreken van zijn daden van macht die vanuit zijn groots firmament op ons neerdalen.

Psalm 24 lijkt nog het meest op psalm 150. Met dien verstande dat David - volgens de overlevering de dichter van deze psalm - een knipoog aan zijn eigen Koningschap lijkt te geven: het gaat nu over de koning der ere ... machtig en triomfant! En zegt U het maar, van wie zijn per slot de lammetjes in de kudden van de horigen, wie kan vrijelijk beschikken over de vrouwen van de dienaren als het oog van de Koning daarop valt?

Maar, er is onderscheid in de lofpsalmen.
De psalmen 84 en 103 zijn duidelijk: het is de nederige des harten die hier Godlof zingt, ... en weet waarvoor hij dat doet. (Eigenlijk ben ik een beetje een ongelovige Thomas waar de overlevering zegt dat ook psalm 103 van David is.)

Vindt zelfs de mus niet een huis,
heeft niet de zwaluw haar nest,
waar zij haar jongen mag bergen?
(ps. 84)
of
Loof mijn ziel de Heer,
hij die uw jaren overstelpt met zijn gaven
dat Uw jeugd als een adelaar herrijst
(ps. 103)

Ik mag het graag verstaan ... uhh ... als eerbied voor het milieu.

ps. 24 / ps. 47 / ps. 67 / ps. 75 / ps. 84 / ps. 98 / ps. 103 / ps. 104 / ps. 121 / ps. 122 / ps. 127 / ps. 150