ZOALS
ik al schreef, in Conversations on ethics, is over mijn babyhoofdje unisono, in minstens drie octaven, het psalmvers God zal zijn waarheid nimmer krenken uitgestort, dat eindigt met 't Verbond met Abraham zijn vrind / bevestigt hij van kind tot kind. Het moet mij "tot zegen hebben gestrekt". Met dat zingen is een beschermengeltje afgeroepen. De situaties waarin ik in groot gevaar heb verkeerd, en die net zo goed fataal af hadden kunnen lopen zijn inmiddels niet meer op de vingers van één hand te tellen. En als dat verbond er nu niet meer is, is dat niet omdat God mij heeft verlaten, nee, ik heb dat verbond verbroken.

Het begin van mijn Psalmen, al heb ik van dat dopen zelf geen weet.

De mooiste herinnering die ik aan de psalmen heb is deze. Wij moesten op de lagere school iedere week een psalmversje leren. Mijn vader controleerde zondags onder het middagmaal of wij dat wel hadden gedaan: we moesten ons versje opzeggen. En wee je gebeente als je dat niet kon. Toen ik aan de beurt was - er waren zoveel kinderen dat er altijd wel drie of vier op de lagere school zaten - weigerde ik. Ik kon het versje dromen. Maar ik had geen zin om het op te zeggen. Voor iemand die de harde handen van mijn vader kende onbegrijpelijk: zoiets doe je niet, al was het maar om praktische redenen. Maar ik had er geen zin in. Mijn vader keek me zeer donker aan. Ik boog niet onder zijn blik en hield vol. En ziet: ik heb die keer zijn handen niet gevoeld.

Mijn moeder
Ik was nog geen zes jaar oud toen mijn moeder overleed. Ik heb een paar herinneringen aan haar. Eén van de laatste is deze. Ik zit naast haar in de kerk. De dominee geeft aan dat wij Dan ga ik op tot Gods altaren moeten zingen (psalm 43 vers 4). Die herinnering is mij dierbaar. Dat blijft dus een mooi psalmvers. Toen ik leerde van herinneringen aan herinneringen heb ik besloten dat me dat met deze herinnering niet zou gebeuren: een aantal dagen heb ik de herinnering opgeroepen en intens beleefd, en heb hem al doende in mijn geheugen gebrand.

Om redenen die ik niet kan achterhalen is ook psalm 84 met mijn moeder verbonden. Als ik aan mijn moeder dacht kwam er muziek in mijn geheugen die aan psalm 84 deed denken, en als ik aan psalm 84 denk denk ik aan mijn moeder. Die muziek heb ik zelf nooit gespeeld, en ook nooit onder ogen gehad. Ik heb de muziek die in mijn hoofd zat op papier gezet en Herinnering aan mijn moeder gedoopt. Die herinnering blijf ik op de piano vertolken. En als ik de tuin sta te sproeien gebeurt het nog wel eens, in een onbewaakt ogenblik, dat ik zachtjes voor mij uit neurie:
en stort op hen een milden regen
een regen die hen overdekt
verkwikt en hun tot zegen strekt


Ik zou willen dat het een droom was, mijn herinnering aan psalm 56 Ik roem in God, ik prijs 't onfeilbaar woord. Maar het is geen droom. De bovenmeester waarover ik sprak op de pagina Met de muziek mee nam mij mee naar het orgel toen hij een keer de kerkdienst moest begeleiden. Ik vond het prachtig. En opeens, bij dat psalmvers zei hij, hier, speel jij maar, dat kan je best. Ik heb het gedaan, maar de zenuwen gierden door mijn keel. De gemeente moet dat gemerkt hebben, en de kerkzang moet er onder geleden hebben. Het kan niet goed geweest zijn. En als U weet hoe gereformeerde organisten onder elkaar zijn, nou ... De gedachte eraan veroorzaakt nog steeds een schrikaffect. En als iemand mij zou vertellen, dat was een droom joh, of die het nou kan weten of niet, ik zou het graag geloven.

Wie koopt er nou een CD met psalmmuziek. Dat is geen muziek. Het heeft iets met de psalmpomp, de cirkelzaag des geloofs te maken. Mensen die dat denken vergeten dan dat zich in hun CD verzameling een Laudate van Mozart bevindt, of het Miserere van Allegri. En zo zijn er veel componisten, van lang geleden tot heden, die prachtige muziek op psalmteksten hebben gemaakt. En, voor zover het hun plicht was, in kwaliteit niet onder doend voor hun andere muziek.
De recensent die de CD O God, thou art my God van St. John's College Choir Cambridge besprak moet het vergeten zijn. Hij eindigde zijn (kritische) recensie met het sarcastische Nou ja, menig gelovige zal na het beluisteren van deze CD zeer gesticht zijn. En dan te bedenken dat voor de muziek getekend werd door Byrd, Purcell, Elgar, Vaughan Williams. Maar ja, Samuel Wesley stond er ook bij en daar kun je natuurlijk niet mee thuis komen.
Ik mag deze CD graag beluisteren.

Het is waar, er is sentiment te koop. Zo is er psalm 89 vers 7 Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort. Het was/is een populaire psalm. Ik heb hem in de kerk en thuis veel horen zingen. Voor mij is het jeugdsentiment en hij appelleert eerder aan mijn onderbuik. Het is een psalm van de mannenbroeders. Toen deze in 1918 naar Den Haag togen om Wilhelmina en Nederland te beschermen tegen Troelstra, der bozen raad en de kring der spotters, om zodoende te verhinderen dat dezen de macht grepen, bleken ze voor niks op weg te zijn gegaan. Er was, zoals zo vaak, stemming gemaakt en paniek geschopt: Troelstra wilde helemaal geen geweld. Om niet helemaal voor niks in Den Haag geweest te zijn zijn ze toen naar het huis van hun leider opgetrokken, Abraham Kuyper en hebben uit volle borst dit psalmvers gezongen.
Als mijn sentimenten weer eens opspelen en ik een beetje moet kanaliseren, ga ik wel eens op Youtube op zoek naar dit soort muziek, altijd van de EO. Zulke dingen moet een mens eigenlijk niet doen, maar het werkt therapeutisch: als ik dan genoeg tranen heb gestort ben ik weer voor tijden rustig.

Op mijn pagina Van wie is de aarde spreek ik van psalm 24. Het is verder geen bizondere psalm, maar het eerste vers
Van de Heer is de aarde en al wat zij draagt,
de wereld en wie haar bevolken

zou geborduurd en ingelijst moeten worden en boven het bed van iedere PVV-malloot opgehangen moeten worden. En ook boven het bed van de Amerikaanse president.

En dan is er natuurlijk psalm 103, voor mij de prachtigste tekst uit het Boek der Psalmen.
looft den Heere mijn ziel en vergeet geen van zijn weldaden
die al Uw krankheden geneest
die Uw mond verzadigt met het goede, die Uw jeugd vernieuwt als eens arends
De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, zo bloeit hij
als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer

(Statenvertaling)
Flarden van teksten. Hoe vaak zal ik die psalm hebben horen lezen? Het moet de lievelingspsalm van mijn vader geweest zijn.
Prachtige, gebeeldhouwde tekst.
Ik woonde in Amsterdam in een oud pand, gerenoveerd. Was de gevel van mij geweest, ik had op de gevelbalk deze woorden laten schilderen: die Uw jeugd vernieuwt als eens arends.
Met deze tekst heb ik afscheid genomen van een goede vriend, tijdens de crematieplechtigheid. En gezworen dat de plaatsen waar we samen gedaan hadden altijd zijn herinnering zouden oproepen.

Er is nog zoveel meer. Maar ik hou op. Straks ga ik de psalmen nog missen. Of ga ik mijzelf tegenspreken.